- Op 10 september 2022 wordt de zoon van de overleden koningin Elizabeth officieel geïnstalleerd als Britse koning onder de naam Charles III.
- De naam Elizabeth heeft toebehoord aan twee krachtige vrouwen uit de geschiedenis van de Engelse vorsten en vorstinnen.
- De naam Charles is verbonden aan twee Engelse koningen uit de zeventiende eeuw die het beiden zwaar hebben gehad.
- Lees ook: Koningin Elizabeth had tijdens haar 70-jarige regeerperiode meer dan 30 corgi’s: na het overlijden van ‘Willow’ in 2018 nam ze geen nieuwe hond meer
Met het overlijden van koningin Elizabeth II heeft Engeland voor het eerst sinds de zeventiende eeuw een koning die de naam Charles draagt, ofwel Karel in het Nederlands. Charles werd op donderdag 8 september door het overlijden van zijn moeder meteen koning, maar de officiële benoeming vindt zaterdag 10 september plaats.
Charles zal tijdens een ceremonie in het St. James’s Palace door de Accession Council worden benoemd tot koning en daarbij de naam Charles III dragen.
Een blik op de geschiedenis van de Engelse vorsten en vorstinnen leert dat de naam Elizabeth heeft toebehoord aan twee buitengewoon intelligente en standvastige vrouwen, die beiden zeer lang hebben geregeerd.
Elizabeth I was de dochter van koning Hendrik VIII en diens tweede vrouw Anna Boleyn. De moeder van Elizabeth trof een tragisch lot, want Anna werd op aandringen van haar man Hendrik beschuldigd van hoogverraad en onthoofd, omdat hij met een andere vrouw (Jane Seymour) wilde trouwen. De film ‘The Other Boleyn Girl’ uit 2008 verhaalt, overigens niet geheel historisch correct, over deze geschiedenis.
Toen Elizabeth I in 1558 koningin werd, bleek ze bijzonder handig in het tegen elkaar uitspelen van de diverse hoge edellieden die via haar grip wilden krijgen op de macht. Haar regeringsperiode was in culturele zin ook een hoogtepunt van de Engelse toneelliteratuur, waarin schrijvers als William Shakespeare en Christopher Marlowe opbloeiden.
Elizabeth I kende een voor die tijd ook zeer lange regeerperiode van 45 jaar. Niet voor niets zijn over haar meerdere films uitgebracht met Cate Blanchett in de hoofdrol.
Elizabeth II is liefst 70 jaar constitutioneel monarch geweest van het Verenigd Koninkrijk en wordt geloofd als een baken van standvastigheid in de woelige periode van dekolonisatie, familiedrama's, en de toetreding van Groot-Brittannië tot de Europese Gemeenschap in 1973 en het vertrek uit de Europese Unie in 2021. Een groot deel van haar leven passeert de revue in de Netflix-serie The Crown.
Haar zoon Charles heeft vanaf zijn geboorte 73 jaar moeten wachten om zelf koning te kunnen worden als Charles III. Daarbij zal hij net als zijn moeder vooral een ceremoniële rol vervullen als staatshoofd. Maar dat gebeurt in een periode van grote uitdagingen voor het Verenigd Koninkrijk.
Het land moet zichzelf een nieuwe positie aanmeten in de wereld na de Brexit en kampt met ontevredenheid in zowel Schotland als Noord-Ierland.
Koning Charles III: dit zijn z'n voorgangers
Het is te hopen voor Charles dat het lot van naamgenoten op de Engelse troon geen slecht voorteken blijkt te zijn. In de zeventiende eeuw werd Charles I in 1625 koning van Engeland. Deze koning wilde graag als een absolute vorst regeren, maar stuitte op steeds meer verzet van opstandige facties in het parlement. Dit leidde uiteindelijk tot een burgeroorlog, waarbij Charles I in 1649 werd berecht en onthoofd.
Engeland moest het hierna elf jaar zonder koning doen onder het bewind van de Oliver Cromwell en diens derde zoon Richard Cromwell. In 1660 werd de tweede zoon van Charles I gevraagd om terug te keren als koning van England. Hij besteeg als Charles II de troon en regeerde 25 jaar.
Charles II kreeg wel te maken met onophoudelijke politieke intriges en dreigende complotten. Een dieptepunt in de buitenlands politiek vormde de strijd met de Republiek der Verenigde Nederlanden in de Tweede Engelse Oorlog, die duurde van 1665 tot 1667.
In dat laatste jaar voerde admiraal Michiel de Ruyter met de vloot van de Republiek een gedurfde aanval uit waarbij de Nederlanders de Theems opvoeren tot de Engelse marinebasis bij Chatham. Daar werden vijftien Engelse schepen tot zinken gebracht, waaronder het vlaggenschip dat de naam van de koning droeg: HMS Royal Charles.
Deze stunt gaf de Republiek in 1667 een gunstige onderhandelingspositie bij de Vrede van Breda. Daar werd een koloniale uitruil vastgelegd, waarbij de Nederlanders St. Eustatius, Saba en Suriname mochten houden en de Engelse verovering van Nieuw-Amsterdam werd erkend. Op dat moment leek het opgeven van de tot New York omgedoopte nederzetting in ruil voor lucratieve Caribische en Zuid-Amerikaanse gebieden een goede deal voor de Republiek.